donderdag 20 maart 2008

Hugo Claus (1929 - 2008)

Als dan het koperen keteltje vol as
van wat ik was wordt leeggeschud
over het geduldige gras,
mijn lief, sta daar niet voor schut

en veeg de rimmel van je wangen.
Denk aan de vingers die deze regels schreven
in onze tijd van verlangen
en die je streelden tijdens hun leven.

En lach om wat ik was, onder meer
het gesnurk in de bioscoop,
de onderbroek die steeds afzakte,

de debiele grap en de logge loop
naar jou keer op keer
toen ik je nu warme weelde pakte.
(Uit: Sonnetten)


Elders op dit weblog heb ik mijn reverences voor Claus gemaakt in This powerful rhyme en O bemind labyrinth.

Geen opmerkingen: